opgraving

De etnogenese van de Thraciërs


matriarchale cultuur versmelt met
veeteelt-nomadische cultuur

Een nooit uitgevoerd plan van de befaamde Nederlandse prehistoricus Albert Egges van Giffen was de volledige opgraving van de nederzettings-heuvel te Vinca in het voormalige Joegoslavië. Dit om vast te stellen wanneer en hoe Indo-Europese steppevolkeren Europa waren binnengetrokken. Zijn leerling en opvolger Willem Glasbergen stond hetzelfde doel voor ogen bij de geplande opgraving van de nederzettingsheuvel te Djadovo* in Bulgarije. Na diens dood hebben Nanny de Vries en Jan Best alsnog een proefsleuf gegegraven in

deze heuvel waaruit bleek dat omstreeks 3200 v.Chr. een laag met een cultuur van matriarchaal karakter (veel godinnebeeldjes) door brand is verwoest en dat boven een ongestoorde, natuurlijke afzettingslaag van 30 tot 40 cm dik veeteelt-nomadische cultuurdragers uit de steppen zich hier hebben gevestigd. Uit de versmelting van beide bevolkingsgroepen, zoals duidelijk zichtbaar is in de vondsten van het grafveld te Varna, is het antieke volk van de Thraciërs ontstaan.

* bekijk een foto van de heuvel op www.nannydevries.nl ».

Het Goud der Thraciërs

Literatuur

Sibylle von Reden/Jan G.P. Best, Auf der Spur der ersten Griechen-Woher kamen die Mykener? Neue archäologische Erkenntnisse über die Herkunft der Griechen, DuMont Buchverlag, Köln 1981, blz. 24-166 (Die Thraker).